zaterdag 14 april 2018

Les 28 - Ik wil niets liever dan de dingen anders zien.


(1) Vandaag geven we in wezen een concrete toepassing aan het idee van gisteren. In deze oefenperioden zal je een reeks uitgesproken verbintenissen aangaan. De vraag of je die in de toekomst zult naleven is nu niet onze zorg. Als je tenminste bereid bent ze nu aan te gaan, ben je op weg om ze na te komen. En we staan nog altijd pas aan het begin.

De fundamentele inzet is aan te tonen dat onze hele identiteit berust op een leugen of om het op een minder dreigende toon te zeggen dat wij ons zouden realiseren dat wij verkeerd zijn en dat Jezus gelijk heeft: dat er een andere manier is om naar de wereld te kijken. Nogmaals, Jezus oefent geen druk uit op ons, maar hij is zich wel bewust van onze weerstand of angst om dit engagement aan te gaan. Overigens doet zijn laatste zin denken aan zijn commentaar tot psychotherapeuten:

De meeste psychotherapeuten staan nog helemaal aan de start van de beginfase van de eerste reis. Zelfs degenen die beginnen te begrijpen wat hun te doen staat kunnen zich nog altijd tegen het vertrek verzetten. (P. 3. II. 8:5-6)

Het is duidelijk dat Jezus ons allemaal ziet als beginnelingen die weerstand bieden tegen verandering en groei.

(2:1-5) Je kunt je afvragen waarom het bijvoorbeeld belangrijk is om te zeggen: ‘Ik wil niets liever dan deze tafel anders zien.’ Op zichzelf is dit helemaal niet belangrijk. Maar wat staat op zichzelf? En wat betekent ‘op zichzelf’ eigenlijk? Je ziet een heleboel afzonderlijke dingen om je heen, wat in feite betekent dat je helemaal niet ziet.

Les 183 gaat dieper in op het idee om aan de ‘afzonderlijke dingen’ in de wereld andere namen te geven, een proces dat de behoefte van het ego weerspiegelt om afscheiding en individualiteit werkelijk te maken. Jezus vraagt ons om de onderliggende aanname van zijn cursus te begrijpen, namelijk dat alles hetzelfde is omdat alles hetzelfde doel dient. Op het niveau van de vorm zijn de dingen van de wereld duidelijk anders en hebben ze voor ieder een verschillend doel. Op het niveau van de inhoud echter delen we allemaal dat ene doel dat onze denkgeesten geheeld worden. In die zin is alles hetzelfde omdat alles gebruikt kan worden om dit doel te bereiken. We moeten onthouden dat het in Een Cursus gaat om de inhoud en niet om de vorm.

(2:6-8) Of je ziet óf je ziet niet. Wanneer je één ding anders bent gaan zien, zal je alles anders zien. Het licht dat je in één ervan ziet, is hetzelfde licht dat je in allemaal zult zien.
Wat verandert is niet wat buiten is, maar onze keuze van leraar. Wanneer we onze innerlijke Leraar hebben veranderd dan zullen we alles door Zijn ogen zien in plaats van door de ogen van het ego.
En nogmaals, Jezus heeft het niet over een fysiek licht. Het licht dat we zullen zien is het licht van de visie van Christus, het licht van het begrip dat een gedeeld of gezamenlijk doel in iedereen en alles herkent.

(3) Als je zegt: ‘Ik wil niets liever dan deze tafel anders zien,’ dan verplicht jij jezelf ertoe je vooropgezette ideeën over de tafel terug te nemen en je denken te openen voor wat hij is en waartoe hij dient. Je definieert hem niet aan de hand van het verleden. Je vraagt wat hij is, in plaats van hem te vertellen wat hij is. Je bindt zijn betekenis niet aan je minieme ervaring met tafels, noch begrens je zijn bedoeling tot je onbeduidende persoonlijke gedachten.

Dit is de nederigheid die zegt: ‘Ik weet het niet.’ Een tafel is niet echt belangrijk omdat we niet zozeer hierop projecteren. Dit voorbeeld dient om het standpunt duidelijk te maken. Wat belangrijker is, is dat we nederig toegeven dat we de betekenis en het doel van een relatie of een situatie niet kennen. Wanneer we denken dat we dat wel doen, dan zullen we nooit kunnen openstaan om het antwoord te ontvangen en de waarheid kunnen leren. Aan het verleden blijven vasthouden weerspiegelt deze arrogante overtuiging dat wij het wel weten, de verdediging tegen de visie die komt wanneer wij het heilig ogenblik hebben gekozen.

(4:1-2) Je bent niet bereid vraagtekens te zetten bij wat je al gedefinieerd hebt. En de bedoeling van deze oefeningen is juist vragen te stellen en de antwoorden te ontvangen.

Opnieuw wordt er een beroep gedaan op onze nederigheid. Wanneer je denkt dat je Een Cursus in Wonderen begrijpt dan zal je niet openstaan voor wat hij je wil leren. Als je denkt het doel van elke werkboekles te begrijpen dan zal je niet openstaan voor het antwoord dat Jezus voor je heeft. Wanneer je denkt dat je het begrijpt dan zal er plotseling een muur voor je denkgeest optrekken en je zal niets meer kunnen leren. Je zal echter wel denken dat je onderricht krijgt, maar dat wat je ‘leert’ is slechts dat wat je ego wilt dat je leert. Deze truc van het ego waarin we bewust denken dat we om hulp vragen werd reeds eerder aangehaald, maar het enige wat we in feite doen is Jezus voorschrijven wat wij willen dat hij ons verteld door ons probleem te definiëren of door onze vraag te omlijsten. Dit dicteert onvermijdelijk het antwoord dat we krijgen waardoor we een beperking opleggen. Ook in de tekst herinnert hij ons hieraan:

Je bent in wat je in twijfel trekt even selectief geweest als in je waarneming. Een open denkgeest is eerlijker. (T. 13. IV. 3:7-8)

Dit alles doet ons natuurlijk denken aan ons ontologische beperking van God door onze aard zelf te gaan definiëren. (Ontologie: zijnsleer; tak van de metafysica die zich bezighoudt met de aard en de relaties van het zijn.) Jezus helpt ons om tot een open geest te komen door alles wat we over alles geloven ongedaan te maken of af te leren inclusief dat wat we geloven over deze cursus. Zoals ook in de tekst staat:

Om deze cursus te leren dien je bereid te zijn iedere waarde die jij eropna houdt in twijfel te trekken. Niet één kan er verborgen en in het duister gehouden worden of deze zal jouw leerproces in gevaar brengen. (T. 24. Inl. 2:1-2)

(4:3-5) Door te zeggen: ‘Ik wil niets liever dan deze tafel anders zien,’ verbind je jezelf ertoe te zien. Het is geen verbintenis die iets anders uitsluit. Het is een verbintenis die evenzeer voor de tafel geldt als voor iets anders, niet meer en niet minder.

We zien hier opnieuw hoe Jezus ons probeert te motiveren om te leren wat hij ons onderwijst en om deze visie te veralgemenen naar alle dingen. Inderdaad is het zo dat wanneer het niet veralgemeend kan worden het geen ware visie is.

(5) Je zou in feite alleen al aan de hand van die tafel visie kunnen verwerven, als je al je eigen ideeën erover terug zou nemen en er met een volkomen open denkgeest naar zou kijken. Hij heeft je iets te laten zien: iets moois en zuivers en oneindig waardevols, vol geluk en hoop. Verborgen onder al jouw ideeën ligt zijn werkelijke bedoeling, de bedoeling die hij deelt met heel het universum.

Het doel dat met het hele universum gedeeld wordt is vergeving ‘moois en zuivers en oneindig waardevols’ de bron van waar geluk en ware hoop. Niets van dit alles komt door de tafel, een ervaring of een persoon. Ons geluk en hoop komen eerder door het doel, waarvan de schoonheid gevonden kan worden in de schoonheid van de Leraar waarvoor we hebben gekozen. Dat is de reden waarom het doel de basisregel is. Nogmaals, het doel is niet inherent aan het voorwerp, maar in de keuze om van de Heilige Geest te leren de werkelijke wereld te zien.

(6) Door de tafel te gebruiken als onderwerp voor de toepassing van het idee van vandaag, vraag je dus in wezen om de bedoeling van het universum te zien. Je zult hetzelfde verzoek richten tot elk voorwerp dat je tijdens de oefenperioden gebruikt. En je gaat met elk van die voorwerpen de verbintenis aan om de bedoeling ervan zich aan jou te laten openbaren, in plaats van dat jij jouw oordeel erop legt.

Jouw oordeel komt uit een gedachte voort die zegt dat jij gelijk hebt en dat Jezus het verkeerd heeft. Jij wil hem leren wat zijn cursus jou moet leren, eerder dan open te staan en hem als leraar te hebben. Nochtans, wanneer we er voor open staan kan ons de inherente gelijkheid van alles in het universum geleerd worden. Het is allemaal hetzelfde omdat het allemaal hetzelfde doel deelt. En doel, om het nog maar eens te zeggen, is alles.

Onthoud ook dat het nodig is om aan de ideeën van deze oefeningen te denken in het licht van de gedachten die je hebt op het moment dat je de oefeningen doet. Het is door specifieke toepassing, zo vaak als mogelijk, die het leren ervan zal vergemakkelijken.

De laatste alinea’s herhalen de niet dwangmatige, doch doordachte toepassing van de dagelijkse oefeningen. We proberen ons te herinneren dat we willen leren wat Jezus ons onderwijst: de wereld anders te zien:

(7-8) We zullen vandaag zes oefenperioden van twee minuten houden, waarin het idee voor deze dag eerst uitgesproken en dan toegepast wordt op wat je maar om je heen ziet. Niet alleen moeten de voorwerpen willekeurig worden uitgekozen, maar ze moeten ook alle met dezelfde oprechtheid tegemoet worden getreden wanneer het idee van vandaag erop wordt toegepast; dit in een poging om te erkennen dat ze allemaal van gelijke waarde zijn in hun bijdrage tot jouw zien.
8. Zoals gewoonlijk dienen de toepassingen de naam te bevatten van het voorwerp waarop je oog toevallig valt, en moet je je blik erop laten rusten terwijl je zegt:
Ik wil niets liever dan deze/dit _________ anders zien.
Elke toepassing moet heel langzaam en zo aandachtig mogelijk worden uitgevoerd. Er is geen haast bij.

‘Heel langzaam’, ‘zo aandachtig mogelijk’, ‘er is geen haast bij.’ Dit zouden de sleutelwoorden voor onze dag moeten zijn. Zoals onze nieuwe leraar, Jezus, ons vraagt een nieuw perspectief aan te nemen, één die toelaat de druk en de spanning van het ego ongedaan te maken, maar die in plaats daarvan zoekt naar een zachtaardige en geduldige benadering waarin hij ons met deze oefeningen voorziet. Gezien ons geleerd werd dat onze dagelijkse lessen dezelfde zijn, is de vorm ervan onbelangrijk. Dus, belangrijk en onbelangrijk, groot en klein worden onbeduidende aanwijzingen van gebeurtenissen en relaties. Ze allen als één samenvoegen leidt tot de enige keuze die we moeten maken: het ego of de Heilige Geest. Kiezen voor de Stem van God om ons te leiden voert ons langzaam naar het rustige tempo van degenen die de uitkomst zeker weten. Op die manier gaan we verder in het vertrouwen dat onze Leraar ons alles zal leren wat we moeten weten en dat we, binnen de tijd, Zijn lessen zullen leren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten